Het hertogdom Gelre, later Gelderland genoemd, bestond tot 1794-1795 uit vier delen met elk een eigen hoofdstad: Arnhem, Nijmegen, Zutphen en Roermond. Roermond was hoofdstad van het zuidelijkste deel, dat in de Tachtigjarige Oorlog los raakte van de rest. Als hoofdstad mocht Roermond haar eigen geld in omloop brengen. Meestal alleen kleingeld, maar soms ook zilveren en gouden munten.